ALGEMENE INFORMATIE

 

Er bestaan diverse soorten opleidingen in de techniek. Om u een goed beeld te geven van het doel van de verschillende opleidingen, geven wij hieronder graag een beknopte omschrijving. Ook leggen we uit wat de regelgeving is op het gebied van veilig werken met elektriciteit, wat persoonscertificering inhoudt en geven we informatie over Stipel, certificatieschema's en examens.

 

BEVOEGHEDENOPLEIDINGEN, VEILIG WERKEN IN DE HOOG-EN LAAGSPANNING

Bevoegdhedenopleidingen opleidingen worden gegeven om kennis en vaardigheden bij te brengen van de omgang met voorschriften en bedrijfsinstructies, die het schakelen in en het werken aan (of in de directe omgeving van) elektrotechnische hoog- en laagspanningsinstallaties reglementeren. In deze voorschriften staan bevoegdheden vermeld die de werkgever aan het personeel kan en moet toekennen (bijvoorbeeld aan een installatie verantwoordelijke of werkverantwoordelijke). De opleidingen zijn erop gericht om cursisten de benodigde kennis en vaardigheden voor een bepaalde bevoegdheid bij te brengen en in stand te houden.

VEILIGHEIDSOPLEIDINGEN, ALGEMEEN


Veiligheidsopleidingen zijn ervoor om de benodigde kennis bij te brengen over algemene veiligheidsinstructies. De arbeidssituatie wordt hierdoor zo veilig mogelijk ingericht en de veiligheidsrisico’s worden zo veel mogelijk beheerst. Hierbij kunt u denken aan het omgaan met gevaarlijke stoffen en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Daarnaast wordt training gegeven in levensreddende eerste hulp en brandbestrijding teneinde adequaat te kunnen optreden bij calamiteiten.

VAKTECHNISCHE OPLEIDINGEN OP ELEKTRICITEITSGEBIED

Vaktechnische opleidingen zijn erop gericht om praktische vakbekwaamheid bij te brengen en in stand te houden bij de omgang met verschillende installaties. Te denken valt aan (aanvullende) beroepsopleidingen, het werken onder spanning en om- en bijscholingen. Met het opleidingspakket wat valt onder onze vaktechnische opleidingen, wordt in grote lijnen voldaan aan de opleidingsbehoefte van de doelgroep, onder andere ingegeven door de Arbowet. In de Arbowet wordt voorgeschreven dat de werkgever aan het personeel voorlichting en onderricht moet geven op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn in de arbeidssituatie.

REGELGEVING OP HET GEBIED VEILIG WERKEN MET ELEKTRICITEIT

Op het gebied van veilig werken met elektriciteit zijn de arbeidsomstandighedenwet, Arbowet, NEN normen en bedrijfsinstructies relevant. Voor het verrichten van werkzaamheden aan en in de nabijheid van elektrische installaties is de Europese norm van kracht, de EN 50110 en de nationale toegevoegde norm de NEN 3140 voor de laagspanning en de NEN 3840 voor de hoogspanning.

Op grond van de regelgeving moet door de werkgever aan personen een bepaalde bevoegdheid gegeven worden om werkzaamheden te mogen uitvoeren aan zowel laag- als hoogspanning installaties. Personen moeten, om een bevoegdheid te ontvangen, over de onderstaande competenties beschikken:
• elektrotechnisch kennis dient aanwezig te zijn;
• praktische ervaring met de uitvoering van werkzaamheden en het bijbehorende inzicht daar in;
• inzicht in mogelijke gevaren die kunnen ontstaan tijdens de uitvoering van werkzaamheden.

Werkgevers zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de juiste aanwijzingen.

PERSOONSCERTIFICERING

Certificatie van personen behoort steeds nadrukkelijker in het rijtje van certificeren van bedrijfsprocessen en  producten in het kader van kwaliteitszorg. De certificatie van personen is geregeld in ISO-EN 17024. Persoonscertificatie geeft werkgevers de zekerheid dat werknemers voldoende kennis en vaardigheden bezitten om bij werkzaamheden de veiligheid te kunnen garanderen. Personen worden gecertificeerd wanneer zij voldoen aan bepaalde vakbekwaamheidseisen, deze eisen worden getoetst door middel van examens. Zowel de eisen als de examens worden gecontroleerd door een onafhankelijk college van deskundigen onder de Raad van Accreditatie.

Examens worden afgenomen door een exameninstituut welke onder toezicht is bij een certificerende instelling. Verleende certificaten hebben een beperkte geldigheid. Certificatie van personen is bij uitstek geschikt om onafhankelijk vast te stellen of personen voldoende vakbekwaamheid bezitten om een bepaalde bevoegdheid te verkrijgen.

STIPEL

Waarom Stipel?
Om eenheid te creëren in het aanbod aan opleidingen en examens in de elektro-, gas- en warmtetechniek, nam Stipel, Stichting Persoonscertificatie Energietechniek, een paar jaar geleden het initiatief om in Nederland een eenduidig systeem op te zetten. De stichting is een initiatief vanuit het bedrijfsleven, met vertegenwoordigers uit verschillende richtingen:
• werkgevers
• werknemers
• certificaathouders
• certificerende instellingen
• opleidingsinstituten

Ook het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is nauw betrokken bij de opzet van Stipel.

 

 

 

Voordelen

In de uitvoering hanteren veel bedrijven dezelfde schema’s als Stipel. Persoonscertificering ligt binnen handbereik. Hierbij een overzicht van de voordelen:

• gecertificeerde medewerkers;

• medewerkers beschikken over actuele vakbekwaamheid;

• het vergroten de (Arbo)-veiligheid;

• medewerkers zijn beter en algemeen inzetbaar;

• zorgdragen voor een reductie van het aantal ongevallen;

• zorgen voor lager ziekteverzuim;

• Medewerkers zijn een meerwaarde voor opdrachtgevers en opdrachtnemers;

• Zorgdragen voor een vermindering van toezichtlasten Arbocatalogus.

Bron: Stipel

CERTIFICATIESCHEMA’S

Er zijn verschillende certificatieschema’s opgesteld. Daarin zijn de uniforme eisen vastgelegd waaraan moet worden voldaan om voor een persoonscertificaat in aanmerking te komen. Dit schept duidelijkheid in wat technici moeten kennen en kunnen om veilig te werken aan installaties. De certificatieschema’s zijn rechtstreeks gekoppeld aan de praktijk. Hierdoor is het mogelijk om technici te certificeren volgens de norm ISO/IEC 17024.

U vindt de beschikbare schema’s van Stipel via de volgende links:
elektrotechniek, gastechniek en warmtetechniek.

EXAMENS

De examens staan onder verantwoording van een
certificatie-instelling, DNV, Dekra of KIWA. Deze certificatie-instellingen waarborgen de onafhankelijkheid en kwaliteit van de examens, zorgen voor synergie in de markt, de certificatie en registratie. Periodiek toetst de Raad voor Accreditatie de onafhankelijkheid en kwaliteit van de certificatie-instellingen.